|
||||||||
|
‘The One And Only’ kon wel eens de definitie zijn van de zanger van de klassieke tearjerker “Only The Lonely”: Roy Orbison, ook wel gekend als ‘The Big O’. Geboren in Texas op 23 april 1936 en als 52-jarige veel te jong overleden aan de gevolgen van een hartaanval op 6 december 1988. Veel mensen herinneren zich nog duidelijk waar ze waren toen de eerste maanlanding op 20 juli 1969 plaatsvond, toen president John F. Kennedy 60 jaar geleden op 22 november 1963 in Dallas werd vermoord of toen de 9/11-aanslagen op de Twin Towers in New York plaatsvonden op 11 september 2001. Maar zo weet ik nog perfect dat ik op 6 december 1988 voor mijn werk op een sobere hotelkamer in Parijs zat toen ik in het Franse ochtendnieuws het plotse overlijden van mijn grote muzikale idool vernam. Amper één jaar voordien op 7 november 1987 had ik nog de grote eer gehad om hem voor een lokale vrije radio gedurende een half uurtje te interviewen voor zijn optreden in de Grenslandhallen in Hasselt. Zijn warme uitstraling, zijn eenvoud en zijn sympathieke persoonlijkheid (ook die van zijn hierbij aanwezige vrouw Barbara) hebben toen een zeer diepe en onuitwisbare indruk op mij achtergelaten. Sindsdien biedt de beluistering van mijn haast volledige platencollectie van het werk van Roy Orbison nog regelmatig de nodige portie troost bij het veel te vroege verlies van deze muzikale grootheid. Het was dan ook met enige verbazing dat ik een paar weken geleden mocht vaststellen dat Roy 35 jaar na zijn dood toch nog niet helemaal vergeten was. De aanleiding voor deze vaststelling was het nieuws dat Knack-journalist Rudolf Hecke - de ex-frontman van de groep ‘Pop In Wonderland’ - een boek had geschreven met een biografie over de zanger met als titel “Roy Orbison: Het Mysterie”. Dat boek is een uitgave van ‘Mammoet’, een imprint van de ‘Uitgeverij EPO’ uit Berchem die zich focust op het neerschrijven van reële verhalen en getuigenissen. Als heel grote fan van Roy Orbison waren er natuurlijk niet zoveel geheimen of weetjes over hem onbekend gebleven voor mij, mede door mijn jarenlange lidmaatschap van zijn Europese fanclub die beheerd werd door de Nederlandse trambestuurder Ad Swart, misschien we de allergrootste fan van ‘The Big O’ en jarenlange een intieme vriend van Roy Orbison. Laat nu net deze Ad Swart ook heel hard hebben meegewerkt aan de realisatie van dit sterk aan te bevelen boek van Rudolf Hecke. Geen enkel detail of gebeurtenis uit zijn leven bleef onvermeld of onbesproken en dus vernamen we alles over zijn moeilijke carrièrestart als rockabilly- en Country & Western-zanger bij ‘Sun Records’, het beroemde label van Sam Phillips die ook andere legendarische artiesten als Elvis Presley, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis en Carl Perkins onder zijn hoede had. Van 1960 tot 1966 zong Roy Orbison niet minder dan 22 liedjes naar de top van de Amerikaanse hitlijsten. Daarbij waren zijn allergrootste hits “Only The Lonely”, “Running Scared”, “Crying”, “In Dreams”, “It’s Over” en “Oh, Pretty Woman”. Zijn uitzonderlijk grote en unieke stembereik dat over vele octaven heen ging werd bij deze vaak vrij donkere songs zijn grootste handelsmerk. Maar het gelukzalige zonlicht verdween midden jaren ’60 heel snel voor Roy. In 1964 scheidde hij van “Claudette” (ja, die waar hij dat liedje voor schreef en ook de moeder van zijn drie kinderen), maar nog geen jaar later besloten ze hun huwelijksleven opnieuw samen verder te zetten. Dat werd echter abrupt onderbroken toen Claudette in Tennessee bij een motorongeval op 6 juni 1966 om het leven kwam. Het kon nog veel erger worden toen hij op 14 september 1968 tijdens een tournee in Engeland het nieuws vernam dat zijn huis in Hendersonville, Tennessee volledig was uitgebrand en dat zijn twee oudste zonen daarbij het leven hadden gelaten. De jongste enig overlevende zoon Wesley waarvan Claudette in 1965 was bevallen werd sindsdien door Roy’s ouders opgevoed. Roy had in die periode de uit Duitse roots stammende Barbara Jakobs leren kennen en op 25 maart 1969 trouwde hij met haar. Samen kregen zij nog twee kinderen: Roy Kelton in 1970 en Alex in 1975. Om al die ellende te verwerken had Roy Orbison zich eind jaren ’60 nog intensiever op het maken van muziek en platen gestort. Dat waren allemaal zeer mooie albums maar het grote hitsucces bleef lange tijd uit, temeer omdat de wereld zich inmiddels op heel andere muziekstijlen had toegespitst. De haast onbeweeglijk optredende zanger met de zwart geverfde haren en de donkere zonnebril moest voor een revival wachten tot de jaren ’80 toen Don McLean in 1980 zijn song “Crying” coverde en er een wereldhit mee scoorde. In 1981 had Roy opnieuw een hit met de song “That Lovin’ You Feelin’ Again” dat hij in duetvorm zong met Emmylou Harris. Filmregisseur David Lynch wou Roy’s hit “In Dreams” absoluut in de soundtrack van zijn succesfilm “Blue Velvet” en de trein was opnieuw vertrokken voor Roy Orbison. In 1987 was Roy één van de vijf leden van de supergroep ‘Traveling Wilburys’ met naast hem ook nog de muzieklegendes George Harrison, Bob Dylan, Tom Petty en Jeff Lynne van ‘E.L.O.’. Datzelfde jaar werd Roy opgenomen in de ‘Rock And Roll Hall Of Fame’ in Cleveland, Ohio met een legendarische inauguratiespeech van Bruce Springsteen die toen zei: "With my album ‘Born To Run’ I wanted to make a record with words like Bob Dylan that sounded like Phil Spector but, most of all, I wanted to sing like Roy Orbison. Now, everyone knows that no one sings like Roy Orbison." Hij had heel wat fans onder collega-muzikanten en zij wilden hem een extra steuntje verlenen door in 1988 samen met hem op te treden in “Roy Orbison And Friends: A Black And White Night”, de zwart-witfilmregistratie van een intussen legendarisch live-optreden in de ‘Cocoanut Grove Nightclub’ in Los Angeles. Op de video die hieronder werd toegevoegd aan dit verhaal kunt u 55 minuten van die show mee beleven met de grootste hits van Roy Orbison en enkele liedjes uit zijn laatste toen nog niet uitgebrachte album “Mystery Girl” dat pas na zijn plotse dood op 31 januari 1989 op de markt is gekomen. De aandachtige kijker zal o.a. Tom Waits, Bruce Springsteen, Elvis Costello, Jackson Browne, T Bone Burnett en J.D. Souther (van ‘The Eagles’) op het podium kunnen waarnemen als instrumentalisten en zangers. Ook de vrouwelijke backing vocalisten zijn bekende namen met de zangeressen Jennifer Warnes, k.d. lang en Bonnie Raitt. In 1992 werd nog een postuum album van Roy Orbison uitgebracht met de goedkeuring van zijn echtgenote Barbara: “King Of Hearts” werd ook een groot verkoopsucces en in 2018 werd er nog een verzamelalbum van zijn grote hits uitgebracht die werden ingespeeld met de begeleiding van een groot symfonisch orkest: “Unchained Melodies: Roy Orbison With The Royal Philharmonic Orchestra”. Datzelfde jaar volgde in de herfst nog een tournee “In Dreams: Roy Orbison In Concert” waarbij hij door middel van een hologram weer tot leven werd geroepen. Voor nog meer details en anekdotes uit zijn turbulente leven willen we u de aanschaf en het lezen van het boek “Roy Orbison: Het Mysterie” van Rudolf Hecke graag warm aanbevelen, net als het draaien van zijn mooie platen tijdens deze leesbeurten. We willen dit verhaal afsluiten met een toch wel zeer eigenaardig weetje: zijn tweede vrouw Barbara overleed op 61-jarige leeftijd aan de gevolgen van pancreaskanker op 6 december 2011, dag op dag 23 jaar na haar geliefde Roy. Ze liggen beiden vreedzaam naast elkaar begraven in het ‘Westwood Village Memorial Park Cemetery’ in Los Angeles. (valsam)
|